Tips voor de in klas
Tips voor in de klas
Als leerkracht kunt u middels de volgende tips rekening houden met een kind met TOS:
• Spreek in korte, maar volledige zinnen. Kinderen van wie ouders in drie- tot vijfwoordzinnen spreken, zullen de taal vlotter begrijpen en zelf gebruiken.
• Praat op een rustig tempo en articuleer hierbij goed.
• Maak oogcontact met het kind als je met ze spreekt en praat het liefst op ooghoogte.
• Leg de nadruk op kernwoorden (door verandering in toonhoogte, tempo, volume, plaats in de zin, herhaling). Kernwoorden zijn bijvoorbeeld zelfstandige naamwoorden.
• Maak nieuwe taal zichtbaar en tastbaar door dit visueel te ondersteunen door prenten, gebaren, voorwerpen en door dingen aan te wijzen.
• Bied een context aan voor het nieuwe taalaanbod. Verbind het nieuwe taalaanbod met:
- een handeling, bv. ‘rijden’: voer de handeling uit met een echt autootje
- een visuele, auditieve of tactiele ervaring, bv. laat het kind de handeling doen en maak ondertussen zelf het bijhorende geluid (‘brrrr’)
- eerder taalaanbod dat het kind kent, bv. ‘de auto rijdt op de tafel, de auto rijdt op de mat, de auto rijdt op de stoel…’
- eerdere ervaringen of kennis van de wereld van het kind, bv. ga aan het raam staan en wijs naar de rijdende auto’s op straat
Heeft u vragen? Neem dan contact op met het Klantencontactcentrum via 078-7900050 of mail naar info @detaalreis.nl