Onderdeel van hét Kindzorgcentrum    

Logopedie is effectief bij de behandeling van verschillende stoornissen die de communicatie bemoeilijken. Vlot leren praten zonder haperen of stotteren, klanken juist herkennen en uitspreken, je stem zó gebruiken dat je duidelijk te verstaan bent, makkelijk op woorden komen en goedlopende zinnen maken… dat kan allemaal worden bereikt met logopedie.

Een bijzonder, en actueel, aandachtsgebied is meertaligheid. Taalreis biedt professionele begeleiding aan kinderen voor wie Nederlands de tweede taal is, zodat achterstanden op school kunnen worden vermeden.

  • Meertaligheid
  • Auditieve vaardigheden
  • Fonetische spraakstoornis
  • Fonologische spraakstoornis
  • OMFT (oro-myofunctionele therapie)
  • Pragmatiek
  • Stem
  • Stotteren
  • Taalbegrip
  • Taalproductie

Logopedie is meer dan duidelijk articuleren. Binnen ons vak worden diverse specialismen onderscheiden. Klik hiernaast op het specialisme waar je meer over wilt weten.

Meertaligheid

taalreis_spec_meertaligheid_720x400_def
In Nederland wonen steeds meer kinderen die meertalig worden opgevoed. Voor het optimaal aanleren van twee talen is het erg belangrijk dat het taalaanbod thuis goed en gevarieerd is. Als dit niet het geval is en het kind de moedertaal al niet goed beheerst, is een tweede taal nóg lastiger aan te leren.

Wist je dat er globaal gezegd twee ‘typen’ meertaligheid zijn?

Een kind is simultaan meertalig als het vanaf de geboorte meerdere talen in ongeveer dezelfde mate krijgt aangeboden. Beide talen ontwikkelen dan tegelijk.
Een kind kan ook sequentieel- meertalig zijn. Dan wordt tot een bepaalde leeftijd eerst één taal tegen het kind gesproken (de moedertaal) en leert het op een latere leeftijd er een tweede taal bij. Er is geen voorkeur voor een simultane of sequentiële meertalige ontwikkeling. Houd er wel rekening mee dat er bij een sequentieel meertalige ontwikkeling een taalachterstand in de tweede taal normaal is.

Auditieve vaardigheden

taalreis_spec_auditief_720x400_defLogopedie gericht op auditieve vaardigheden houdt in dat er wordt geoefend met de auditieve discriminatie, dat wil zeggen: het verschil tussen letters kunnen horen. Daarnaast bestaan de auditieve vaardigheden uit de auditieve analyse – het horen van een eerste, laatste of middelste letter in een woord – en de auditieve synthese – een woord hakken in letters en het vervolgens ook kunnen plakken.

Ook wordt geoefend met het herkennen van letters en het schrijven van letters. Dit noemen we de klank-tekenkoppeling.

Deze vaardigheden zijn allemaal belangrijk om goed en vlot te leren lezen en schrijven.

Fonetische spraakstoornis

taalreis_spec_fonetisch_720x400_defWanneer een kind een bepaalde klank niet of nog niet goed kan uitspreken, noemen wij dit een fonetisch spraakprobleem. De klank wordt dan vervormd of weggelaten, omdat deze technisch nog te moeilijk is voor het kind.

Een voorbeeld is slissen, waarbij de klanken /s/ en /z/ verkeerd worden uitgesproken. Dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld door te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de tongmotoriek, het verkeerd aanleren van de /s/, langdurig speengebruik of duim- en vingerzuigen.
De tong gaat dan tegen de tanden of tussen de tanden, waardoor de /s/ en /z/ onzuiver klinken. Dit kan ook voorkomen bij andere klanken, zoals de /n/, /l/, /d/ en /t/. Al deze klanken worden namelijk op dezelfde plek in de mond gemaakt.

Bij logopedie helpen wij om de klanken te leren uitspreken met de tong op de juiste plek. Dit zorgt ervoor dat een kind beter verstaanbaar is voor zijn omgeving.

Fonologische spraakstoornis

taalreis_spec_fonologisch_720x400_defNaarmate ze ouder worden leren kinderen stap voor stap verschillende klanken correct uit te spreken. Als kinderen bepaalde klanken in woorden structureel vervangen door een andere klank, dan kunnen we spreken van een fonologische articulatiestoornis, een fonologisch spraakprobleem. Dit betekent bijvoorbeeld dat het kind klanken weglaat of omwisselt, zoals ‘tonijn’ zeggen in plaats van ‘konijn’.

Tijdens de logopedie helpen we het kind de juiste klanken te leren uitspreken en klanken die het kind nog niet kent aan te leren. Zo leert het kind zich goed verstaanbaar te maken voor zijn omgeving.

 

OMFT (oro-myofunctionele therapie)

taalreis_spec_omft_720x400_defOMFT is een oefentherapie die ervoor zorgt dat de lip-, wang-, tong- en kinspieren goed samenwerken. Dit leidt tot minder gebitsveranderingen door een verkeerde spierspanning. OMFT is iets anders dan orthodontie. Bij OMFT wordt niet gewerkt met de botstructuren, maar met de spieren.

Als de lip-, wang-, tong- en kinspieren van een kind te slap of misschien juist te sterk zijn, wordt begonnen met OMFT. En ook als een kind door de mond ademt of moeite heeft met eten en drinken, slist en bij verkeerd slikken.

Afhankelijk van het specifieke probleem wordt met OMFT gestart als een kind ongeveer 5 of 8 jaar oud is. Het is belangrijk dat het kind gemotiveerd is om de oefeningen te doen.

Pragmatiek

taalreis_spec_pragmatiek_720x400_defBij pragmatische vaardigheden kan worden gedacht aan vaardigheden die een kind moet hebben om een duidelijk verhaal te vertellen. Bijvoorbeeld tegenover de klas vertellen wat hij in het weekend heeft gedaan. De kunst is om dat zó te doen dat iemand die het verhaal nog niet kent en de gebeurtenis nog niet heeft meegemaakt, precies weet wie er waren, wat er gebeurd is en hoe ze iets gedaan hebben.

Tijdens de behandelingen besteden wij onder andere aandacht aan het onderwerp benoemen, de handeling, de activiteit, en als er een situatie is wat daar dan het gevolg van is. We werken ernaar toe dat kinderen dit allemaal kunnen verwoorden in een samenhangend verhaal.

Maar je hebt ook allerlei andere vaardigheden nodig. Bijvoorbeeld als je vragen wilt stellen aan de leerkracht, hoe je dat het best kan doen. Of je wilt een oplossing uitleggen aan iemand. Het is dan belangrijk dat het kind zich aanpast aan de gesprekspartner, zodat de ander het begrijpt.

Stem

taalreis_spec_stem_720x400_defEen logopedist kan helpen bij stemproblemen. Bijvoorbeeld bij een hese of schorre stem, of wanneer je helemaal geen stem meer hebt. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Er kan organisch iets mis zijn, zoals knobbeltjes op de stembanden. Ook kan er sprake zijn van een stembandverlamming, bijvoorbeeld na een probleem in de hersenen.

Je kunt je stem laten onderzoeken bij bijvoorbeeld een kno-arts. Die kijkt naar je stembanden en kan je eventueel doorverwijzen naar een logopedist.

Ook kinderen kunnen stemproblemen hebben. De stem kan hees klinken wanneer een kind bijvoorbeeld veel schreeuwt of de stem verkeerd gebruikt. Een logopedist helpt onder andere bij het letten op de houding, het aanleren van een ontspannen en lage buikademhaling, het gebruiken van ademsteun tijdens het spreken en het gebruiken van een ontspannen stem.

Stotteren

taalreis_spec_stotteren_720x400_defIedereen heeft wel eens iemand gehoord die stottert. Het valt dan vooral op wat je hoort en wat je ziet. Je hoort een klank die l-l-l-l-langer wordt gemaakt . Of ko-ko-korte herhalingen. Soms kan iemand echt vast zitten. En je ziet soms dat een stotteraar met zijn handen meebeweegt, met zijn voet meebeweegt of met zijn ogen knippert tijdens het stotteren.

Maar stotteren omvat veel meer. Er horen ook emoties en gedachten bij. Net als bij een ijsberg zitten de dingen die je hoort en ziet ‘boven water’. En dat valt op. Maar als je ónder water gaat kijken is die ijsberg veel groter. Dat grote stuk is wat we ‘cognities en emoties’ noemen. Dit is hoe een persoon denkt over zijn stotteren en hoe het zich daarbij voelt.

Die emoties en cognities zijn niet altijd even duidelijk, zowel voor de persoon als voor zijn omgeving. Soms heeft de persoon de emoties niet in de gaten. Maar de meeste zijn zich heel erg bewust van het stotteren. Het gevaar is dan dat ze spreekangst gaan ontwikkelen en situaties waarin ze moeten spreken uit de weg gaan. Dat is wat je als logopedist probeert te voorkomen. Je wilt ervoor zorgen dat de persoon zich communicatief kan uiten.

Wat wij doen is eerst samen met de persoon kijken: wat doe je als je stottert en hoe voel je je daarbij. Daarna gaan we kijken of we de persoon kunnen helpen het stotteren zélf aan te pakken zodat het spreken makkelijker en vloeiender gaat.

Ouders
Wil jij zelf eerst verder onderzoeken of je zich zorgen moet maken over een kind dat begint te stotteren dan kun je dat doen met deze handige screeninglijst. Na het invullen van deze interactieve test, wordt de totaalscore berekend. Met de score wordt bepaald of het zetten van stappen richting logopedie/stottertherapie nodig is voor jouw kind.

 

Taalbegrip

taalreis_spec_taalbegrip_720x400_defTaalbegrip is wat een kind begrijpt van wat een ander zegt met woorden en zinnen. Bijvoorbeeld als het kind een opdracht krijgt of wordt gevraagd een voorwerp aan te wijzen. Een kind dat problemen heeft met taalbegrip voert opdrachten soms gedeeltelijk uit, soms verkeerd en soms zelfs helemaal niet. Je ziet vaak dat kinderen dan letten op de gebaren die wij maken om zo de opdracht toch uit te voeren.

De passieve woordenschat valt ook onder het taalbegrip. Het kind kan dan een juiste afbeelding of voorwerp aanwijzen. Als je bijvoorbeeld vraagt ‘Waar is de koe?’ begrijpt het kind dat hij een koe moet aanwijzen en doet dit dan ook.

Verder valt onder taalbegrip het begrijpend lezen. Dit houdt in dat het kind vragen kan beantwoorden naar aanleiding van een stuk tekst dat hij heeft gelezen.

Logopedie kan ervoor zorgen dat het kind zijn omgeving weer begrijpt.

Logopedie bij kinderen met een verstandelijke beperking
Hierbij gaat het om kinderen met een IQ onder de 70, downsyndroom en/of autisme. Omdat het niveau laag is wordt veel aandacht besteed aan de communicatieve functies. Die zorgen voor de basis van de communicatie en dat hebben veel van deze kinderen nog niet.

De logopedist is veel bezig met (communicatieve) zelfredzaamheid en het functioneel inzetten van taal. Er wordt voornamelijk gewerkt met ondersteunende communicatie zoals picto’s, gebaren of communicatiemiddelen (bijvoorbeeld een spraakcomputer). Hierbij is structuur bieden van groot belang, evenals aansluiten bij de behoeftes en belevingswereld van het kind.

Taalproductie

taalreis_spec_taalproductie_720x400_defAlles wat een kind zegt valt onder taalproductie. Taalproductie is onder te verdelen in verschillende gebieden.

Om te beginnen is er de woordenschat. We onderscheiden de passieve en de actieve woordenschat. De passieve woordenschat zijn de woorden die het kind begrijpt en de actieve woordenschat zijn de woorden die het kind al zelf kan benoemen.

Ook zinsbouw valt onder taalproductie. Een kind dat problemen heeft met de zinsbouw laat bijvoorbeeld bepaalde woorden in een zin weg, draait ze om, of maakt fouten met grammaticale structuren. Zo worden bijvoorbeeld de meervouden niet goed vervoegd of de voltooid deelwoorden verkeerd gebruikt. Het kind zegt dan bijvoorbeeld: ‘Hij heeft gevliegd’ in plaats van: ‘Hij heeft gevlogen’.

Tot slot onderscheiden we nog de woordvinding. Het kind ziet een voorwerp en weet wel wat het is, maar hij kan niet op het woord komen. Hij moet heel erg zoeken naar het woord dat bij het voorwerp hoort. Ook hier kan logopedie mee helpen.

Copyright Taalreis 2020 | sitemap

Deze website gebruikt alleen functionele cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten